Van klooster naar klooster

 

(de persoonlijke beleving in vogelvlucht van een vakantiereis met muziek)

 

Als niet-musicerende fan van het SBH word je uiteraard geacht deel te nemen aan elke concertreis.

Dat is sinds een reeks van jaren best gelukt ook, zeker als je wel-musicerende echtgenote een trouwe en gemotiveerde deelnemer is.

Ik durf het te bekennen: mijn eerste opwelling na een aankondiging is wel eens geweest: moet dat nou? En …. Wat kost dat wel niet allemaal, terwijl we in die tijd ook nog “gewoon” met vakantie willen? Het antwoord is steevast: “Ja, het moet” en “Ik vind het leuk en gezellig, zolang ik niet teveel solo's hoef te spelen.”

Ach, dan is het zover en krijg je er zelf ook steeds meer zin in. Dus deze keer geen Biella, Wenen, Praag, Slavkov, Southampton – goh waar ben ik met die club toch niet overal naartoe geweest? - maar..... Brunssum of all places.

Tijdens het havenconcert werd ik door een orkestlid, verscholen onder een pet met ruime klep, vriendelijk gesommeerd: “Als je toch meegaat en tijdens de reis als niet-musicerend deelnemer toch geen dringende verplichtingen hebt, dan wil je zeker ook wel wat foto's maken? Dan maken we er weer een mooi album van.” Toezeggen is gemakkelijker dan eerst een moeizame smoes verzinnen om te weigeren, dus ter plekke: “Ja hoor, doe ik wel.” (Ondertussen denkend, wie zit er zo moeilijk herkenbaar onder die pet? Hij komt me zo bekend voor....). Het was dus Bart.

Plotseling is het dan vrijdag 24 juni, het gaat beginnen.

Anke zei van tevoren: “We hebben een passagier: Arno. Ik heb met hem afgesproken bij hem thuis om half 11 om van daaruit te starten. Gewoon tegen hem gezegd: We gaan eerst bij jou koffie drinken, kunnen we ook je appartement in het verbouwde klooster van Bennebroek zien.” (want zolang een mens niet nieuwsgierig blijft.....). Koffie met koek en een rondleiding door de kloosterheer himself, hoe wil je de lange rit nog feestelijker beginnen? Wat een geweldig project is dat overigens geweest in Bennebroek, die ombouw. Als je je ooit eens bij Arno binnen kunt smoezen, laat het niet na. Hij en Dea hebben een woongenot om van te dromen.

Van voormalig klooster der zusters Franciscanessen naar klooster Rolduc. Van de vrijgevochten zusters met wie ik in mijn wethoudersperiode menig belangenstrijdje streed (het ging altijd over geld en grond) - ik noemde ze indertijd de zusters Pecunia – naar het streng orthodoxe bisschop Gijsen-klooster, althans zo was het in mijn herinnering blijven hangen. Maar ik dacht: Als er nog een restant rondzweeft van die Gijsen-doctrine, dan blaast het SBH dat wel weg en zo niet, dan kunnen we altijd de Teisterband nog als nastoot opvoeren.

Wat was ik onder de indruk van het prachtige kloostercomplex Rolduc! Zo groot, zo prachtig gerestaureerd, de mooie kamers, de sfeervolle binnenplaats waar de koele gele rakkers op het buffet ons als dorstige automobilisten en passagiers hartelijk welkom heetten, de overweldigende ambiance, die ruimte...... En daar een heel weekeind mogen verblijven! Ter plekke zou je helemaal vergeten dat het om een concertreis ging. (Dat heb ik dat weekend overigens vaker gedacht; er was zoveel buiten de muziek om te zien en te beleven....Het leek wel vakantie).

Klokslag 3 uur arriveerden we na een intense tocht - maar gelukkig zo goed als geen oponthoud - op de parkeerplaats van de hotel-abdij, zoals Rolduc zich tegenwoordig profileert.

De intake verliep wat amateuristisch, want we zorgden wel enigszins voor een overval en er waren ook andere gasten, maar het liep toch redelijk gesmeerd en – zoals gezegd – een fris biertje of iets anders naar ieders smaak en behoefte in de binnentuin was het lonkend perspectief. Oergezellig om weer onder elkaar te zijn in zo'n totaal andere omgeving en met het heerlijke weer, dat je tegelijkertijd geneigd bent toe te schrijven aan de verdienste van het organiserend comité.

,

Want dat moet ook worden gezegd: de concertreizen zijn altijd perfect georganiseerd; daar zorgen Arno en teamgenoten wel voor: een heldere programma-beschrijving, vervuld met strakke oproepen je strikt aan de tijden te houden.

Je zou ook niet anders durven, zelfs als zwak-gedisciplineerde Hollanders onder elkaar.

We besloten de avond met een uitgebreid diner in de immens grote zaal die daarbij vanzelfsprekend veel geroezemoes uitlokte.

 

Tja, wat allemaal te vertellen over de achtereenvolgende programma-onderdelen? Iedereen die deelgenomen heeft, heeft natuurlijk zijn en haar eigen prioriteiten, belevingen, waarnemingen. Weglaten is dus de kunst en dat valt niet mee, want ik heb het gevoel elke minuut alert te zijn geweest, ook vanwege mijn nevenfuncties. En waarnemen is nog het leukst als je je mentaal opstelt aan de zijlijn.

De andere ochtend de rondleiding door de abdij, de vertrekken, de bibliotheek, het sousterrain. Wat een indrukken om te verzamelen, alles voorafgegaan door een film gepresenteerd door de gids die toevallig ook Léon heet en in wiens gezelschap ik gedurende de hele rondleiding mocht verkeren.

De twee Léonnen die ik nu ken, hebben in elk geval gemeen dat ze vaardige en boeiende vertellers zijn. Léon Sluijsmans, onze rondleider, toonde zich een vriendelijke, kundige en gepassioneerde verteller en wist bij elk vertrek luchtig, anekdotisch de sfeer van het verleden op te roepen. Hij hield iedereen geïnteresseerd. Gelukkig bleek het complex weinig geleden te hebben tijdens de Duitse bezetting. De bibliotheek en de bisschopskamer met alle monseigneurs van het bisdom Roermond maakten op mij nog de meeste indruk. Automatisch zoek je in de galerij het portret van – laat ik hem maar noemen de meest bekende - bisschop Gijsen. Nee, die hing er niet. Zijn beeltenis was na een “bewerking” met een mes door één of andere onverlaat gerestaureerd en bleek zich elders in het gebouw te bevinden.

Dank Léon voor je heldere uiteenzettingen, je humor, je sympathieke presentatie, een sieraad voor het gidsenvak.

 

Ik weet niet of het gids zijn een aangeboren talent is van de Limburger, maar direct hierna begaven we ons per touringcar naar het Thermenmuseum in Heerlen, waar we – behalve door ons eigen ontvangstcomité – opgewacht werden door een ongelofelijk enthousiaste jonge gids (nou ja, in mijn ogen is iedereen al gauw jong) die alles wist over de Romeinse cultuur, zoals die zich een aantal honderden jaren heeft gemanifesteerd in wat nu overal van de daken wordt geschreeuwd: de Parkstad.

Uitermate boeiend wat de Romeinen al konden en realiseerden, alsof het allemaal overbodig is wat we tegenwoordig aan bouwkundig instrumentarium hebben. Ze moeten eeuwenlang achtereenvolgende wethouders van Openbare Werken hebben gehad (tegenwoordig heet dat geloof ik Ruimte), die hun vak uitstekend verstonden. Arno zal nu zeggen: Nee, ze hadden voortreffelijke ambtenaren. Riolering, watergeleiding, badhuis, vloerverwarming en een heel goed afwateringssysteem met dakpannen. Kees, de man van Nelie, zag overigens direct dat enkele dakpannen verkeerd gelegd waren, zodat op deze manier het afwateringssysteem niet zou werken. De gids hoorde het met stomme verbazing aan. Het was nooit iemand in het museum opgevallen. Altijd goed dat er ook deskundige bezoekers zijn. Zo hield Kees het intelligente imago van onze groep hoog.

 

Inmiddels waren ieders magen - al of niet een beetje - gaan knorren, want in Auberge De Rousch, een paar minuten per bus verwijderd van het Thermenmuseum, wachtte een heerlijk en gevarieerd buffet. Om van te smullen en dat deden we dan ook. Als Bayern München een kampioenschap behaalt geven de spelers elkaar altijd een bierdouche. In ons gezelschap was deze voorbehouden aan Claudia. De ongelukkige, stuntelende ober was vervolgens meer van slag dan Claudia zelf. Sterke vrouwen zijn er toch in het orkest. Ze bleef lachen.

 

Het was natuurlijk wel een concertreis waar het om moest gaan, al had het accent daar tot dan toe niet op gelegen. Maar zaterdagavond was het dan zover: de ontmoeting en het samenspel met Concordia, het bevriende orkest uit Treebeek/Brunssum onder leiding van Bert Steinmann. Via de gebruikelijke verkleedpartij van de orkestleden op naar de Pelgrimskerk in Brunssum, waar het allemaal zou gebeuren.

Met Bert was het een weerzien, met zijn sprankelende fluitspelende echtgenote een kennismaking.

Wat een goed orkest ook, dat Concordia. Ze voerden ook nog een paar uitstekende solisten ten tonele. Vooral de man op de hoorn maakte op mij veel indruk. En natuurlijk niet te vergeten ons SBH met verrassende solo's van John op trompet, Godelieve op trombone en niet te vergeten Yvonne op accordeon, een instrument dat je niet zo gauw verwacht in een concert van een symfonisch orkest (zeg ik met mijn beperkt muzikale kennis van zaken).

Het samenspel aan het eind was uiteraard massaal maar ook grappig en sfeervol.

En.....wat was het warm! Vooral in de kelder met de gezamenlijke drankjes na afloop. Ik dacht: als ik ergens nog een besmetting met corona kan oplopen dan is het hier wel. Gelukkig niet gebeurd.

De Limburgers waren uitstekende gastheren en -dames en – daar houd ik helemaal van – met humor. Onze gastvrouw tegen mij: “Ja, ik moet morgen weer vroeg op, veel dieren te verzorgen, geitjes, kippen, de hond en nog een ezel.” Ik: Een ezel, da's bijzonder. Zij:”Ja, hij staat nu hier achter de bar.” De man in kwestie zwaaide ons net als zij joviaal uit.

Het was uiteraard laat toen we terugwaren op Rolduc. Het weerhield sommigen van onze groep er niet van nog een tijdje met drank na te genieten.

 

Ja, en dan zondag de laatste dag: Kasteel Hoensbroek. Het gezamenlijke concert met Concordia op de binnenplaats. Niks daarvan dus. Regen voorspeld, regen gekregen en het was allemaal zo goed voorbereid. Volgende keer toch maar een preventie-meteoroloog (of bestaat dat vak niet?) toevoegen aan de organisatie. Ik zag al vanaf de parkeerplaats aan de donderwolk op Hugo z'n gezicht, dat we deze apotheose konden vergeten. Ook erg jammer dat we de doedelzakspeler – wat een prachtig gedetailleerd tenue droeg de man – niet hebben kunnen zien samenspelen met het orkest. Helaas, aan de andere kant: we waren kwetsbaar maar ook flexibel. Met een grote groep koffie gedronken onder de veranda van het kasteel. Bedankt nog Huib, voor de tractatie. Ach, en daarna was het gauw droog en eindigden we ons muzikale vakantiereisje met een alweer smaakvol en gezellig lunchbuffet bij Brass in het centrum van Hoensbroek. Er was ook kermis, geen idee of iemand van ons nog succesvol is geweest in de schiettent.

In elk geval: het muzikale weekend was weer een schot in de roos!

 

Evert Holterman